donderdag 13 november 2014

BLINDENGELEIDEHOND


De pootjes van mijn computerbril zijn uitgelodderd. Twee uur voor sluitingstijd en het is al schemerig. Op naar de opticien om de boel strak te laten trekken. Skip heeft geen boodschap aan shoppen in de binnenstad. Ik zal op de solotoer moeten. Kortzichtig van ‘m, want het is onverantwoord om mij alleen op pad te gaan.

Aangeraakt worden door de tijd is lastig. Grijze haren krijg je ervan en steeds slechtere ogen. Voor het eerste helpt een likje verf, het tweede is onomkeerbaar en het blijft behelpen. Daarom winkel ik zoveel mogelijk op internet, waarvoor één leesbril volstaat.

Ik rij met mijn velo richting centrum vergezeld van vier brillen*: eentje voor veraf op mijn neus, eentje voor dichtbij bovenop mijn hoofd om prijskaartjes en labeltjes te kunnen lezen, een middenmoter aan een koordje om mijn hals om rond te neuzen in winkels (die ik tevens thuis gebruik voor het strijken en tijdens het kokkerellen), én de computerbril in een doosje in mijn jaszak.

Het treft dat de brillenzaak op de kop van de koopgoot zit. Het was er tjokvol met klandizie. Ik keek wat rond. Tijdens het bril verwisselen, moeten de ogen steeds wennen aan de diverse sterktes. Zo kon het gebeuren dat het me duizelde, ik de aangeboden stoel misgreep, achterover viel en tussen een van de detectiepoortjes belandde. De geschrokken verkoopster schoot te hulp, ik schoot in de lach. Bijkomend voordeel: ik werd meteen geholpen. Thuis zag ik pas dat ik een van mijn brillen daar had laten liggen. Er zat niets anders op dan terug te gaan. Dit keer voor de veiligheid met mijn blindegeleidehond.
*mijn ogen lenen zich niet voor multifocale glazen.