zondag 17 augustus 2014

VLUGGERTJE


Op de bonnefooi naar de heide. We vertrokken met zon. Doodse stilte en geen kip te zien onderweg. Inenen komt een spookachtige ijzige wind opzetten. Ik ril onder mijn opbollend zomers katoentje. Bomen zwenken en zwaaien. Opgerakeld blad tolt om de eigen as. Skips haren worden gladgestreken door de straffe wind. Vanuit het zuidelijk luchtruim vloeien violet en inktblauw naar ons toe als uit een omgestoten verfblik. Overvallen door onheilspellend donker in een grote leegte. Hoe nietig is de mens.

De uitbuikwandeling wordt een vluggertje. Skip die intens geniet van de acute temperatuurdaling moeten we teleurstellen. De spatten die ons bereiken worden talrijker. Tijdelijk beschutting zoeken onder de luifel van een wilde appel zou een slechte keus zijn. We zetten flink de pas erin. Voor de afwisseling blijft Skip tussen ons in lopen. Hij calculeert vast zijn kansen in. Welke route is het veiligst: langs de bosrand met de metalen afrastering, de open vlakte of via die eenzame boom?* Als een losgeslagen meute honden bereiken we met de hakken over de sloot de auto die ons moet beschermen tegen dodelijke blikseminslagen.

*Mocht je in het open veld worden overvallen door onweer of je hoort het naderen (tel minder dan 10 seconden tussen bliksem en donder), dan is het raadzaam om je zo klein mogelijk te maken door op de hurken te zitten: houd daarbij de voeten tegen elkaar. Op die manier zoekt de stroom geen weg door je lichaam, maat onder je voeten door. Schuil nooit onder een paraplu, alleenstaande boom, langs een bosrand of in de buurt van een metalen afrastering.