De wet
van Murphy kun je simpel uitleggen als: wat er mis kan gaan, gaat mis. Elke
etappe op deze woensdag wordt een sof. Voor de ochtendwandeling was er geringe
speelruimte. De aangepaste route duurde langer dan de normale route omdat we
een levensreddende verplichte omweg moesten maken. De enige hond waar Skip een
bloedhekel aan heeft en die bovendien een linkerd is, dook op zonder
begeleiding.
Het
tussendoortje leidde tot een liederlijke deceptie. Al bij het buiten de deur
gaan, stond een grommende buldog op de stoep. Een kinderfeestje mondde uit in
een fleurige fietsjesparade. Tot overmaat van ramp kondigden ze hun optocht aan
met rinkelende fietsbellen. Het was niet om Skip te judassen, ze maakten gewoon
plezier. Skip zag af van het ‘twaalfuurtje’.
De
uitgestelde boswandeling viel letterlijk in het water. Vol goede moed worstelde
hij zich door een netwerk van bosdierensteegjes tussen de dichte begroeiing. Na een kwartier was
zijn vacht loodzwaar. De brem en de pollen helmgras veegden als zwiepende
borstels van een wasstraat het nat aan hem af. Telkens als hij schudde vlogen liters
geabsorbeerd vocht als vellen de lucht in. Het enige dat erop zat was om morgen
vandaag over te doen.